home page





Zeven maandagen met Montalbano


In de nacht van zondag op maandag wordt een vis uit het aquarium van een restaurant gehaald en op het droge door zijn kop geschoten. Precies een week later wordt weer een dier, ditmaal een kip, doodgeschoten. En de week daarop, weer 's nachts, een hond. Een serial killer van beesten? Het lijkt bizar maar het fascineert Montalbano voldoende om het vakantieplan met Livia op een laag pitje te zetten.
Bij de dode beesten zijn briefjes achtergelaten met een ondoorgrondelijke tekst: Ik blijf me samentrekken. De briefjes blijven spoken in het hoofd van Montalbano. Hij begint te vermoeden dat de executie van beesten wel eens zou kunnen uitlopen op een dramatische slachting van mensen.
Livia is woedend en Montalbano gaat aan de slag.

‘Om eerlijk te zijn, Livia, denk ik echt niet dat het gaat lukken.’
‘Maar mag ik dan weten wat er aan de hand is?’
‘Livia, ik kan echt geen roosters en werktijden van een ambtenaar aanhouden. Er is een hele reeks moorden gepleegd…’
‘Een seriemoordenaar?’ vroeg Livia verbluft.
Montalbano aarzelde. ‘Nou, zo zou je het wel kunnen definiëren, ja.’
‘En wie heeft hij vermoord?’
‘Tja, hij is begonnen met een vis, een harder om precies te zijn.’
‘Wat?!’
‘Ja, een baars, maar dan een zoetwatervis. Toen kwam hij met een kip, en daarna…’
‘Rotzak!’
‘Livia, luister nou… Hallo? Hallo?’






Last modified Tuesday, March, 29, 2016