Toen Aricò het portier wilde openmaken, sprongen Fazio en Gallo bovenop hem, en deden hem de handboeien om. Dat alles speelde zich af zonder enig geluid. Hij had een revolver op zak. Fazio pakte hem af.
‘Je beseft toch wel dat je hiermee de lul bent, hè?’ zei Montalbano.
Geheel onverwachts glimlachte Aricò.
‘Dat besef ik heel goed,’ zei hij.
In het pakje in zijn handen zat achthonderd miljoen lire in verschillende coupures.
Een metselaar valt van een steiger en overleeft het niet. En hij is niet de eerste die neerstort. Het zijn er te veel.
Een woekeraar zit rechtop in bed, dood, in zijn borst geschoten. Zijn nichtje gaat achter de inbreker aan. Een inbreker?
Een vrouw glijdt uit en valt van een berg maar wordt uiteindelijk gered. Waarom kijkt ze haar echtgenoot niet meer aan?
Montalbano heeft het niet gemakkelijk. Hij moet een zaak aan de carabinieri overdragen. Livia is boos omdat hij nooit van haar droomt. En het regent, het giet voortdurend. Maar hij laat zich niet uit het veld slaan en ontrafelt stug welke driften waartoe geleid hebben.
‘Camilleri beschikt over een vlotte pen, droge humor en een prachtige Montalbano.’
Crimezone
‘Een stijl prachtig van eenvoud en van onderhuids esprit. En Sicilië in al zijn kleuren en geuren.’
Trouw
|